R&M 23 Juli 2018
Het is dringend noodzakelijk dat de overheid een breedschalig onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek laat verrichten naar de toxiciteit van Jacobskruiskruid op ons milieu en de menselijke gezondheid.
Jacobskruiskruid is namelijk op veel plaatsen uitgegroeid tot een onbedwingbare plaag.
Dat paardenbezitters zich zorgen maken over het voor paarden dodelijk kruid is bekend, maar ook boeren en particulieren hebben veelvuldig te maken met sterfgevallen van hun dieren veroorzaakt door Jacobskruiskruid. Zij moeten een constante strijd voeren tegen dit woekerende kruid om hun weilanden veilig te houden voor hun dieren. Bestrijding is moeilijk zo niet onmogelijk en kost ongewenst veel fysieke en/of financiële inspanning. Dat Jacobskruiskruid (verder genoemd JKK) steeds aan een opmars bezig is, is paardeneigenaren maar ook LTO een doorn in het oog.
Natuurorganisaties zeggen blij te zijn met de plant omdat hij zogenaamd thuishoort in het ecosysteem. Ze laten op hun websites veelal weten dat het kruid wel giftig is, maar dat dieren het niet eten, dus dat er geen enkele reden is tot bestrijding ervan.
Op internet is een overvloed aan informatie te vinden die elkaar aanvullen of soms ernstig tegenspreken. Opvallend daarbij is dat liefhebbers van Jacobskruiskruid zichzelf veelal plaatsen in het vakje slim, beleerd, deskundig, terwijl diegenen die tegenargumenten hebben of de risico’s van de plant benadrukken als min of meer meelijwekkend, dom en onwetend worden weggezet.
Door dit soort tegenstrijdige berichten is Ruiteren & Mennen zelf maar eens gaan speuren in deze materie, met soms toch wel alarmerende feiten, veronderstellingen en conclusies tot gevolg.
De risico’s die Jacobskruiskruid met zich meebrengt gelden namelijk niet alleen voor paarden en runderen, maar blijken ook aanwezig te zijn voor veel meer dieren zoals ook kippen kalkoenen, geiten, schapen en varkens, vogels, reptielen en zelfs de mens.
Dit artikel heeft geenszins de intensie paniek te veroorzaken, maar wel om aan te dringen bij de overheid voor maatregelen op het gebied van volksgezondheid, dierenwelzijn en milieu waar tot nu toe aan voorbijgegaan is. Tevens willen we hiermee bijdragen aan een grotere algemene kennis over het Jacobskruiskruid.
Gezien de grote van dit artikel, kunnen we ons voorstellen dat niet iedereen voldoende tijd of interesse heeft om dit in zijn volle omvang te lezen. Daarom beginnen we met een korte samenvatting. Het volledige artikel sluit daar op aan.
Jacobskruiskruid. Wat zijn de gevolgen voor mens en dier?
Een korte samenvatting:
Probleemplant groeit uit tot plaag
Provincies, gemeenten, natuurorganisaties en waterschappen zijn de grote veroorzakers van de gigantische verspreiding. In het verleden hebben zij, zelfs veelal met subsidie zaadmengsels aangekocht en uitgezaaid met daarin ook het zaad van Jacobskruiskruid. Een andere vorm van bermbeheer speelt ook mee.
Daarnaast heeft de omvorming van veel landbouwgronden naar ‘nieuwe natuur’ er een belangrijke rol in. Tel daar nog bij de enorme toename aan begrazingsgebieden, waar JKK ongebreideld haar gang mag gaan.
Vreemd genoeg hebben we een Nederlandse overheid die wegkijkt en verspreiding van JKK geen strobreed in de weg legt, met als gevolg een probleemplant die een plaag is geworden.
Giftige stof
De giftigheid van Jakobskruiskruid wordt veroorzaakt door pyrrolizidine alkaloïden (PA’s). Deze stoffen zijn giftig voor zowat alle gewervelde dieren en insecten. Ze kunnen zowel bij mens en dier leiden tot de dood door leverfalen, kanker en longaandoeningen. Kunnen beschadigingen aanbrengen aan het DNA, de nieren en hersenen, schade toebrengen aan de ongeboren vrucht, blindheid veroorzaken etc.
Inname en opname van toxines
Iname van PA's kan bij dieren geschieden door het eten van JKK. Dat kan in gedroogde vorm maar ook het verse kruid. Ook kunnen granen of mengvoeders vervuild zijn geraakt met PA's.
Voor mensen zit het risico in levensmiddelen die vervuild zijn geraakt met PA's. Dit kan in zuivelproducten, honing, thee, lever en mogelijk ook vlees afkomstig van dieren die op een bepaalde manier Jkk hebben binnengekregen. Ook het inademen van stuifmeelpollen kan mogelijk gevaar opleveren voor de longen.
Opname via huidcontact kan ook risico's opleveren. In sommige landen waarschuwen overheidsinstanties dan ook nadrukkelijk om bij het handmatig verwijderen van JKK steeds een masker, waterdichte handschoenen en bedekkende kleding te dragen.
Laat uw kinderen in geen geval boeketjes plukken en zet de bloemen niet thuis in de vaas!!
Ondanks bittere smaak, toch ook vers gegeten
Door de gifstof is de plant bitter van smaak en wordt door dieren meestal niet vers gegeten.
Bij voedseltekort of te eenzijdige voeding wordt JKK wel in verse vorm gegeten wordt.
De jonge rozetten die de plant vormt in het eerste levensjaar, worden soms zelfs gegeten wanneer er nog voldoende vers gras aanwezig is. Ook gebeurt dit met vers maaisel. Wanneer de plant door verdroging of afsterven haar bittere smaak verliest wordt het zonder problemen gegeten. De giftige PA’s blijven na het verdwijnen van de bittere smaak echter wel actief aanwezig.
Verslavend werking
Er gaat mogelijk zelfs een verslavende werking uit van JKK, die ook een verklaring kan zijn dat de jonge rozetten gegeten worden.
Bekend is dat Zuid-Amerikaanse Indianenstammen kruiskruiden gebruiken wegens hun geestverruimende eigenschappen.
Dodelijke gevallen
De schadelijke gevolgen van kruiskruiden waren in Europa al eeuwen bekend en er zijn legio gevallen bekend van sterfte van dieren door met JKK vervuild hooi of kuilvoer. De aantallen lopen in de vele duizenden.
Zover bekend zijn er in Europa geen meldingen van epidemische leveraandoeningen bij mensen. Buiten Europa zijn er wel meerdere epidemische gevallen met dodelijk gevolg voor PA’s bij mensen beschreven. Alles bij elkaar gaat het om vele duizenden slachtoffers.
Doodsoorzaak massale sterfte grazers in Oostvaardersplassen
In de Oostvaardersplassen is de diversiteit aan groeiende en bloeiende kruiden en struiken door de massale overbegrazing geheel verdwenen. Giftige tot zeer giftige soorten als Zwarte Mosterd (Brassica) waarvan het zaad zeer giftig is, het brandwonden veroorzakende Reuzenberenklauw en Jacobskruiskruid gedijen er echter uitstekend en zijn er dan ook steeds nadrukkelijker aanwezig. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk zijn de zaden vabn Zwarte Mosterd en het Jacobskruiskruid, naast verhongering, een belangrijke doodsoorzaken van de duizenden dieren die daar jaarlijks onder erbarmelijke omstandigheden de dood vinden.
Taak van de overheid
Zoals bekend is de wens de vader van veler gedachten.
Net zo bekend is dat bij veel onderzoeksrapporten, de gewenste uitkomst de vader is van het onderzoek.
Daarom dringt R&M dan ook ten zeerste aan op een door de overheid te verrichten breedschalig en onafhankelijk onderzoek.
Daarnaast dient, gezien de omvangrijke verspreiding van Jacobskruiskruid en de mogelijk daaraan gekoppelde gezondheidsrisico’s voor mens en dier, door de overheid concrete en adequate maatregelen te worden genomen.
Er dient gezorgd te worden dat de plaag JKK naar een natuurlijke hoeveelheid wordt teruggebracht, verdere verspreiding gestopt wordt en zorggedragen wordt voor goede voorlichting.
Algemeen geldt dat, wanneer er onzekerheid bestaat of geen bewijs is, de Nederlandse overheid verplicht is om het voorzorgsbeginsel toe te passen om het risico in individuele situaties en omstandigheden tot een minimum te beperken en in voldoende informatie te voorzien.
Dringend onderzoek naar gevolgen van JKK op het milieu
JKK is door haar prominente aanwezigheid een concurrent van andere belangrijke vlinder-en bijenplanten, waarbij de balans compleet verstoord is. JKK is daardoor mogelijk een belemmerende factor voor de biodiversiteit.
Naast het gebruik van neonicotinoiden in de intensieve landbouw, zou de grootschalige aanwezigheid van PA’s in de huidige voeding van veel insecten een mogelijke aanvullende factor kunnen zijn voor de dramatische teruggang van het aantal insecten in natuurgebieden zoals in Nederland en Duitsland zijn aangetoond.
Dringend onderzoek dient daarom gedaan te worden naar de invloed van onnatuurlijke hoeveelheden PA’s op de gehele flora en fauna.
Onderzoek PA’s in voedingsmiddelen verkregen uit de natuur noodzakelijk
Wereldwijd zijn er meer dan honderd studies gedaan naar Jacobskruiskruid. In alle gevallen is de uitkomst dat de in de plant aanwezige gifstof voor mens en dier een risico vormt en zelfs kankerverwekkend is. Het kan zeer ernstige en zelfs fatale gevolgen hebben op de gezondheid.
Onderzoeken naar de gevolgen van PA’s in voedingsmiddelen voor mensen zijn ook uitgevoerd. Vaak wordt ervan uitgegaan dat de hoeveel PA’s in voedingsmiddelen voor mensen laag is en zodoende ongevaarlijk. Echter de onderzoeken zijn verre van volledig.
De conclusie in rapporten, waarvan uitgegaan wordt dat veevoeders niet of nauwelijks vervuild zijn met PA’s en er derhalve slechts zeer geringe hoeveelheden aan de voeding voor mensen zullen worden doorgegeven gaat in veel gevallen niet op. Er wordt geen rekening gehouden met uit natuurgebieden verkregen voedingsmiddelen, zoals honing, zuivel, ‘natuur-of wildernis’-vlees of wild.
Het onderzoek dienen veel verder uitgebreid te worden naar de invloed van PA’s in ‘Uit de natuur verkregen voedingsmiddelen’.
Wettelijk vaststellen van norm maxima PA’s
Er zijn geen wettelijk toegestane maxima vastgesteld voor de PA’s in voedingsmiddelen. Enkel aanbevelingen voor dagelijks gebruik van kruidenthee en honing. Vaststelling van maxima is dringend noodzakelijk door het cumulatieve effect van PA’s. Rekening dient gehouden te worden met het feit dat PA’s in meerdere dagelijkse voedingsmiddelen kunnen voorkomen. Daarbij zullen ook de gevolgen van opname door de huid en door inademing van pollen onderzocht en meegewogen dienen te worden.
Er zijn geen studies verricht naar de totale hoeveelheid PA’s die via de dagelijkse voeding worden opgenomen.
Beweringen en onwaarheden die vaak gebezigd worden ten gunste van JKK
Op een aantal websites waaronder die van natuurorganisaties en aanhangers van Jacobskruiskruid zijn we beweringen tegengekomen die totaal ongenuanceerd zijn en zelfs gevaarlijk kunnen zijn.
(Einde samenvatting, start volledig artikel)
Ruiteren & Mennen pleit voor onafhankelijk breedschalig onderzoek naar de gevolgen van Jacobskruiskruid voor mens, dier en milieu.
Oorzaak van de ongebreidelde verspreiding van Jacobskruiskruid:
Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris, voorheen Senecio jacobaea) komt van oorsprong in Europa voor. De plant gedijt bij voorkeur op lichte, neutrale zand-of kleigrond.
Als ware pionier heeft het een voorkeur voor verstoorde grond. Op ieder onbegroeid stukje bodem zal het zaad van deze 2-jarige plant snel ontkiemen.
Het eerste jaar heeft Jacobskruiskruid een rozetvormige groeiwijze, in het 2de jaar vormen zich de bloemstengels die 150.000 tot 200.000 pluizige zaden zullen voortbrengen. De meeste zaden komen neer in de directe omgeving van de moederplant. Gedragen door de wind kunnen ze echter ook verspreid worden over grotere afstand, waardoor aangrenzende percelen besmet kunnen raken.
Het is pas sinds de laatste 30 jaar dat JKK zich op ongekende manier kan en mag vermeerderen.
Provincies, gemeenten, natuurorganisaties en waterschappen zijn de grote veroorzakers van de gigantische verspreiding. In het verleden hebben zij, zelfs veelal met subsidie zaadmengsels aangekocht en uitgezaaid met daarin ook het zaad van JKK. Een andere vorm van bermbeheer speelt ook mee.
Daarnaast heeft de omvorming van veel landbouwgronden naar ‘nieuwe natuur’ er een belangrijke rol in. Tel daar nog bij de enorme toename aan begrazingsgebieden, waar JKK ongebreideld haar gang mag gaan.
Vreemd genoeg hebben we een Nederlandse overheid die wegkijkt en verspreiding van JKK geen strobreed in de weg legt, met als gevolg een probleemplant die een plaag is geworden.
Een van oudsher gebruikelijk, goed weidebeheer is niet aan de orde in begrazingsgebieden:
Nooit eerder heeft deze plant zich als plaag ontwikkeld. Jacobskruiskruid is een pioniersplant en vestigt zich graag op open plekken, zoals door hoeven beschadigde weilanden of braakliggende gronden. Wanneer er geen kale plekken zijn door een goedgesloten bodem-bedekkende beplanting dan vist deze pioniersplant achter het net.
Van oudsher stond JKK bij boeren bekend als probleemplant en zeer gevaarlijk voor hun dieren. Daardoor droeg men er zorg voor dat de plant zich in weides niet buitensporig kon vermeerderen.
Een goed weidebeheer was dan ook van levensbelang voor een goede en gezonde voedselvoorziening van hun dieren. Daarom was het in volgorde laten begrazen en tijdig omweiden van hun weilanden een algemeen gegeven.
Eerst gingen de runderen de wei in, want zij hebben een voorkeur langere grassen die zij met hun lange tong kunnen vastgrijpen, wanneer het lange gras op was, gingen de runderen weer naar een nieuwe wei. Zij werden opgevolgd door de paarden die zich liever tegoed doen aan kortere grassen en vervolgens gingen daarna de schapen de wei in.
De schapen verorberden met graagte alles wat de koeien en paarden lieten staan. Nog belangrijker was dat hun hoefjes de gaten in het door de koeien-en paardenhoeven beschadigde weiland weer keurig netjes dicht trapten en egaliseerden, waardoor de grasmat zich weer kon sluiten. Ook nu zullen boeren er alles aan doen om hun weidegronden vrij te houden van dit giftig kruid.
Begrazingsgebieden worden echter niet als weidegronden beheerd en zijn door de ‘verstoorde grond’ die veroorzaakt wordt door de hoeven van de ingeschaarde dieren derhalve een permanente kweekakker voor JKK.
Sterker nog, gebiedsbeheerders zijn zelfs zeer verheugd dat Wisenten en andere runderen grote zandkuilen maken, waarmee ze ideale omstandigheden scheppen voor pioniersplanten als het Jacobskruiskruid.
Pionier blijkt een blijvertje:
Het JKK heeft een geweldige aanpassings-en herstelvermogen. Van chemische bestrijdingsmiddelen is het nauwelijks onder de indruk. Wordt het mechanisch bestreden door maaien dan verandert de tweejarige plant zichzelf moeiteloos in een 3-jarige plant, zodat zij alsnog de mogelijkheid krijgt zaad te vormen.
In een natuurlijke situatie sterft Jakobskruiskruid nadat de plant zaden geproduceerd heeft. Het verwijderen van de bloemen of bloeiwijze of het afmaaien zorgt er echter voor dat de plant niet afsterft, maar juist opnieuw weer uitgroeit. Ook gaan de bloemstengels wanneer zij gemaaid, geplukt of uitgetrokken worden in een versnelde modus, waardoor de bloemen meteen in zaadpluizen veranderen die zich via de wind kunnen verspreiden. Zijn de omstandigheden om te ontkiemen ongunstig, dan is er nog geen nood aan de man, want ze behouden in de grond 30 tot 40 jaar hun kiemkracht.
Blijven wanneer de plant wordt uitgetrokken kleine wortelrestanten achter, dan zullen deze weer uitgroeien tot nieuwe planten, mogelijk zullen er zelfs meer planten uit terugkomen dan eerst.
Verspreiding en dichtheid verveelvoudigd:
Sinds de toename van verspreiding in veel gebieden vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is ook de gemiddelde dichtheid van Jkk sterk toegenomen. In Nederland komen nog andere inheemse en enkele invasieve soorten Kruiskruid voor.
Giftige stof:
De giftigheid van Jakobskruiskruid wordt veroorzaakt door pyrrolizidine alkaloïden (verder PA’s genoemd), waarvan de plant er maar liefst 16 verschillende heeft. Alkaloïden komen veelvuldig voor in planten als bescherming tegen vijanden. Zo is de stof aanwezig in klein en groot Hoefblad, Smeerwortel, Wolfspoot en alle leden van de Kruiskruid. Wereldwijd wordt het aangetroffen in zo’n 6.000 plantensoorten.
Deze stoffen zijn giftig voor zowat alle gewervelde dieren*(*zie uitleg) en insecten (enkel gespecialiseerde soorten daargelaten) en komen voor in alle leden van de familie der kruiskruid-achtige.
Het gif zit in alle delen van deze 2-jarige plant, van de wortels en bladeren tot de bloemen, de stuifmeelpollen en de pluche zaden. Ook in het eerste levensjaar is de rozet vormige groeiwijze zeer giftig.
Ondanks bittere smaak, toch ook vers gegeten:
Door de gifstof is de plant bitter van smaak en wordt door dieren meestal niet vers gegeten.
Toch blijkt dat bij voedseltekort of te eenzijdige voeding het JKK wel in verse vorm gegeten wordt.
De jonge rozetten die de plant vormt in het eerste levensjaar, worden soms zelfs gegeten wanneer er nog voldoende vers gras aanwezig is. Ook gebeurt dit met vers maaisel. Wanneer de plant door verdroging of afsterven haar bittere smaak verliest wordt het zonder problemen gegeten. De giftige PA’s blijven na het verdwijnen van de bittere smaak echter wel actief aanwezig.
Verslavend werking:
Er gaat mogelijk zelfs een verslavende werking uit van JKK, want dieren die eenmaal gewend zijn het te eten zouden dit blijven doen, ook wanneer er weer voldoende ander voedsel aanwezig is. Het lijkt er daarom op dat JKK een verslavende werking heeft, die ook een verklaring is dat de jonge rozetten gegeten worden.
Bekend is dat Zuid-Amerikaanse Indianenstammen kruiskruiden gebruiken wegens hun geestverruimende eigenschappen.
*Uitleg: Gewervelde dieren worden traditioneel verdeeld in vijf groepen namelijk: vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren, (ook de mens dus).
In- en opname van PA’s door mensen en dieren:
Inname van PA’s kunnen zeer negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van mens en dier. Mensen en dieren kunnen PA’s binnen krijgen door het eten van voedsel dat ermee bevuild is, door inademing van de stuifmeelpollen en door huidcontact.
Sommige websites stellen dat opname via de huid slechts zal leiden tot zeer geringe hoeveelheden en dus ongevaarlijk is.
Het Britse DEFRA (Department of Environment, Food and Rural Affairs) en haar Duitse opponent vatten de risico’s echter helemaal niet zo lichtvaardig op. Zij raden expliciet aan om waterdichte handschoenen te dragen en armen en benen goed te bedekken en een gezichtsmasker te dragen. Het stuifmeel bevat immers zeer veel gifstof, waardoor het inademen van pollen een ernstig risico kunnen opleveren.
Laat uw kinderen in geen geval boeketjes plukken en zet de bloemen niet thuis in de vaas.
Dieren lopen kans vergiftigd te worden wanneer ze het kruid vers eten, maar ook in gedroogde vorm of in hooi. Tevens kunnen mengvoeders of granen vervuild raken door PA’s.
Zo werden hogere concentraties PA’s aangetroffen in eieren van kippen die gevoerd waren met door JKK-zaad vervuild graan. Ook zijn er in melk verhoogd concentraties gemeld.
Ziekteverschijnselen door PA’s:
PA’s tasten met name de lever aan, maar ook andere organen waaronder de longen nieren, hart, en hersenen. Vergiftiging met PA is alleen exact vast te stellen met een biopsie van de lever.
Soms zijn de gevallen acuut, maar veel vaker cumulatief, waardoor symptomen weinig specifiek zijn en daardoor vaak niet herkend worden.
Symptomen:
De eerste symptomen zijn pas waarneembaar bij 75% aantasting van de lever. Het gaat dan om misselijkheid, braken, verlies van eetlust, veel speeksel aanmaken, lusteloosheid, vermoeidheid, diarree, dof haar, gewichtsverlies, coördinatiestoornissen, verminderd zicht of blindheid en abnormale zwelling van de onderbuik.
Leverfalen:
PA’s tasten de lever aan, ze doden of beschadigen de levercellen waarbij de hoeveelheid beschadigde cellen bepaald of het gaat om acute vergiftiging of om een langzame opeenhoping van gifstoffen. Grote hoeveelheden pyrrolizidine alkaloïden kunnen leiden tot acute vergiftiging met acute leverschade en kan binnen een week leiden tot de dood. Hierbij is het cumulatieve effect geleidelijker, dan bij acute vergiftiging. De levercellen raken minder zwaar beschadigd en het lichaam draagt zorg dat deze beschadigde cellen worden opgeruimd. Zolang er niet teveel levercellen tegelijkertijd beschadigd raken, kan de lever nog functioneren. Afhankelijk van de hoeveelheid en tijdsduur kunnen, door het cumulatieve effect, kleine hoeveelheden uiteindelijk ook leiden tot leverfalen.
Kanker:
Bij proefdieren is het ontstaan van tumoren aangetoond, met name in de lever maar ook in andere weefsels bij langdurig blootstelling aan lage hoeveelheden.
Nieren, Longen en Centraal zenuwstelsel:
Hogere doses PA’s kunnen hierop een ernstige impact hebben.
Zwangerschap:
PA’s brengen grote schade aan de lever van de foetus veroorzaken, die bij pasgeborenen kan leiden tot overlijden wegens leverfalen. Er is een geval bekend van een 5 weken oude zuigeling die is overleden, omdat de moeder voor en ten tijde van de zwangerschap dagelijks kruidenthee had gedronken.
Hersenenaantasting:
Een aangetaste lever kan meer afdoende functioneren waardoor afvalstoffen als galkleurstof en ammoniak zich in het lichaam ophopen. Ammoniak is erg giftig voor de hersenen. Ammoniakvergiftiging leidt tot zogenaamde “kolder” in de kop. Het zieke dier gaat zich zeer vreemd gedragen, wat kan verschillen van apathische sufheid tot extreme razernij. Wanneer deze verschijnselen optreden, is het dier niet meer te redden.
Blindheid:
Een ander gevolg van een aangetaste lever kan blindheid tot gevolg hebben.
Eczeem:
Een ander aandoening welke JKK kan veroorzaken is eczeem door een allergische reactie van de huid. Contact-allergisch eczeem kan optreden na huidcontact of na opname van planten(delen) via de mond. De allergie wordt niet veroorzaakt door de eerder genoemde PA’s , maar door andere stoffen die bij witlofkwekers veroorzaker zijn van de bekende beroepsziekte.
Zonnebrand:
Aantasting van de lever kan tot gevolg hebben dat er een stapeling van phylloerythrine in het bloed optreedt. Deze stof komt vrij na de afbraak van chlorofyl, het bladgroep van planten en wordt normaal via de gal uitgescheiden naar de ontlasting. Phylloerythrine geeft onder invloed van UV-licht vrije radicalen af met plaatselijke huidontstekingen als gevolg.
Aantasting van het DNA:
PA’s kunnen het DNA beschadigen.
Dodelijke slachtoffers:
Epidemische gevolgen voor mensen:
Zover bekend zijn er in Europa geen meldingen van epidemische leveraandoeningen bij mensen.
Buiten Europa zijn er wel meerdere epidemische gevallen met dodelijk gevolg voor PA’s bij mensen beschreven.
Een Zuid-Afrikaans rapport uit 1918 brengt consumptie van tarwebloem vervuild met zaden van Senecio spp. (kruiskruid) in direct verband met veno-occlusive disease (VOD).
In 1976 is er een epidemie geweest van vergiftiging bij mensen in India en Afghanistan. In beide landen was de bron van de vergiftiging graan, bevuild door PA’s bevattende zaden. In India ging het om 67 gevallen. In Afghanistan om meer dan 1600. Het sterftepercentage lag in beide gevallen op 42 procent.
Beschrijvingen van andere epidemische gevallen bij PA-vergiftiging bij mensen zijn afkomstig uit Pakistan, Oezbekistan en Tadzjikistan. In Tadzjikistan is het probleem dusdanig dat er een groot voorlichtingsprogramma is opgezet door de overheid.
Oorzaken zijn het gebruik van granen voor menselijke consumptie, welke besmet zin geraakt met zaden van Heliotropium spp. en Crotalaria-soorten.
Weer andere meldingen komen uit Jamaica waar slachtoffers vielen door het drinken van met Crotalaria en Ambrosia Senecio (Kruiskruid) vervuilde thee.
Dodelijke gevallen bij dieren:
De schadelijke gevolgen van kruiskruiden waren in Europa al eeuwen bekend en er zijn legio gevallen bekend van sterfte van dieren door met JKK vervuild hooi of kuilvoer.
Zo meldde de Daily Mail in 2001 dat alleen al het aantal paarden dat in Groot-Brittannië aan Jacobskruiskruid was gestorven op meer dan 6500 wordt geschat.
Om enkele bevestigde gevallen in Nederland te noemen:
In Bergen op Zoom stierven tussen 2001 en 2003 zo’n 130 runderen door JKK.
In 2003 stierven in de Harskamp tientallen koeien door vergiftiging.
In Drenthe gingen in 2002 239 koeiendood door vergiftiging.
In 2004 in het Noord-Brabantse Riel stierven 4 koeien.
In de VS waar JKK een invasieve soort is, is de plant inmiddels ook een ware plaag. In de staat Iowa werd reeds 1884 al melding gedaan van Jacobskruiskruidvergiftiging bij runderen. Van tijd tot tijd treed in de VS, vooral bij grote droogte, vee-sterfte op
doordat het vee bladeren en stengels van deze plant eet.
In 2001 meldde de Daily Mail dat alleen al het aantal paarden dat jaarlijks in Groot-Brittannië aan Jacobskruiskruid sterft op meer dan 6500 wordt geschat. Exacte sterftecijfers zijn echter niet bekend. Enerzijds omdat niet alle bekende gevallen gedocumenteerd worden en anderzijds omdat de doodsoorzaak in veel gevallen niet wordt onderzocht. De symptomen van overlijden zijn a-specifiek en kunnen derhalve op diverse wijzen worden geïnterpreteerd. Verder onderzoek naar de doodsoorzaak blijft vaak achterwegen omdat met name voor particuliere eigenaren dit verhoudingsgewijs kostbaar is. Doodsoorzaken bij ingeschaarde dieren in natuur-of begrazingsgebieden gebieden wordt slechts incidenteel onderzocht en zelden gepubliceerd.
Er mag met zekerheid gesteld worden dat binnen Europa het aantal dodelijke slachtoffers, waaronder naast paarden en pony’s, ook runderen, kippen kalkoenen, geiten en vele malen hoger ligt.
Vreemd en ongeloofwaardig zijn de beweringen van natuurorganisaties die de grote aantallen slachtoffers meteen bagatelliseren en stellen dat het ‘slechts’ om enkele honderden dieren zou gaan.
Doodsoorzaak massale sterfte grazers in Oostvaardersplassen:
In de Oostvaardersplassen is de diversiteit aan groeiende en bloeiende kruiden en struiken door de massale overbegrazing geheel verdwenen. Door de grote hoeveelheid grazers krijgen de meeste eetbare planten nauwelijks gelegenheid zich nog voort te planten. Dit lukt alleen zeer giftige plantensoorten, die daar dan ook in grote getale te vinden zijn.Giftige tot zeer giftige soorten als Zwarte Mosterd (alle leden van het geslacht Brassica hebben in meer of mindere maten giftige plantendelen) waarvan het zaad giftig is, het brandwonden veroorzakende Reuzenberenklauw en Jacobskruiskruid gedijen er echter uitstekend en zijn er dan ook steeds nadrukkelijker aanwezig.
Ondanks dat Staatsbosbeheer (SBB) steeds maar blijft ontkennen dat de grazers het kruid niet zouden eten is er voor de dieren geen andere keuze. Een groot deel van het jaar heerst er immers hongersnood en zijn deze giftige planten het enige wat de dieren rest. Er zijn inmiddels voldoende aanwijzingen dat de dieren zich ondanks de giftigheid toch voeden met zowel Zwarte Mosterdzaad als Jacobskruiskruid. Meer dan waarschijnlijk zijn deze kruiden, naast verhongering, een belangrijke doodsoorzaken van de duizenden dieren die daar jaarlijks onder erbarmelijke omstandigheden de dood vinden. Op 99 procent van de website die serieze informatie willen verstrekken, wordt aangegeven dat wanneer er JKK aanwezig is er te allen tijde zorg gedragen dient te worden voor omstandigheden waarin voldoende voedsel aanwezig is, anders zal JKK wel gegeten worden.
Ondanks dat SBB verplicht is jaarlijks op een bepaald percentage gestorven dieren sectie te verrichten, worden de sectierapporten niet openbaar gemaakt. Wat er toch van naar buiten komt is schokkend. Als doodsoorzaak werd genoemd: ataxie, hongeroedeem, vermagering en spierdystrofie. Allen doodsoorzaken welke veroorzaakt kunnen worden door de giftige PA’s in JKK.
Waarde als waardplant overdreven:
Een veel gebruikt argument om JKK niet te stoppen in zijn opmars, is dat de plant van ongelofelijk grote waarde is voor uitzonderlijk veel soorten insecten. Er blijken echter maar een relatief klein aantal soorten te zijn die het niet zonder JKK als waardplant zouden kunnen stellen.
De overige bezoekers aan de plant zijn passanten, die mogelijke evengoed of wellicht beter kunnen gedijen bij een meer in balans zijnd aanbod van stuifmeel- en nectar leverende bloemen.
Verstoorde balans mogelijke achteruitgang bijen en insectenetende vogels:
Met de toename van JKK is ook het aantal PA’s toegenomen in vergelijking met de natuurlijke omstandigheden van voor de JKK-plaag.
Zo’n 150 verschillende soorten insecten gebruiken het JKK als een van hun voedselbronnen. Velen van hen vormen weer een voedselbron voor insectenetende vogels, reptielen en zoogdieren. Anders dan vroeger is er door de intensieve landbouw veel minder diversiteit aan bloeiende planten. Daarbij komt dat door de overheersing van JKK op andere bloeiende planten, er ook in natuurgebieden veel minder variatie aan bloeiende planten is.
Deze verstoring in de balans heeft tot gevolg dat het heel veel bijen, maar ook vlinders en andere insecten aan de gewenste variatie in hun menu ontbreekt. Deden ze vroeger wellicht één JKK-bloempje aan om vervolgens door te vliegen naar een bloem van een geheel andere orde, dan zijn ze nu aangewezen op overwegend JKK-stuifmeel en nectar.
Op de rode lijst van in Nederland bedreigd of verdwenen bijen is te zien dat 56% van de 338 bijensoorten daarop vermeld staat.
Verarming van de flora ligt hieraan ten grondslag. De variatie aan plantensoorten en de dichtheid aan bloemen zijn afgenomen. JKK vormt hierop de uitzondering, die zorgt voor een eenzijdige voeding voor insecten.
Eenzijdigheid in voeding, die ook nog giftig is zal geen enkel organisme goed doen.
Dit kan mogelijk diverse gevolgen hebben:
1. Overmatige consumptie van PA’s kan bij bijen wellicht leiden tot fysieke verzwakking en voortijdige sterfte
2. Bijen zijn genoodzaakt hun koninginnen en larven te voeden met stuifmeel en nectar die een overdosis aan PA’s bevat. Onbekend is of dit leidt tot voortijdige sterfte van de larven of de uiteindelijk daaruit voorgekomen bijen. PA’s zorgen mogelijk bij bijen voor desoriëntatie.
3. Insecten, maar ook insecteneters worden door de overdadige gifstoffen mogelijk belemmerd in hun voorplanting. PA’s kunnen het DNA beschadigen.
4. Overmatige consumptie van PA’s kan andere insecten mogelijk net zo giftig maken als de rupsen van de Jacobsvlinder die JKK als waardplant heeft. Echter worden zij, in tegenstelling tot de Jacobsvlinder door predatoren niet als zodanig herkend, waardoor mogelijk ook de insecteneters vergiftigd worden.
Paard van Troje:
Naast het gebruik van neonicotinoiden in de intensieve landbouw, zou de grootschalige aanwezigheid van PA’s in de huidige voeding van insecten een mogelijke aanvullende factor kunnen zijn voor de dramatische teruggang, in vergelijking met 35 jaar gelden, van het aantal insecten in natuurgebieden, zoals die in Nederland en Duitsland zijn aangetoond.
Onderzoek naar de gevolgen van monoculturen vol PA’s leverende JKK-bloemen op een hier niet op aangepaste fauna is dan ook dringend noodzakelijk.
De vraag rijst of gebiedsbeheerders niet in eigen voet hebben geschoten, door in hun ijver om het Jacobskruiskruid te koesteren. Hebben zij met het JKK het Paard van Troje binnengehaald en zo meegewerkt aan de ondergang van dat wat ze beweren te beschermen.
Onderzoek RIKILT, BfR , IRTA naar PA’s in voedsel:
In 2015 deden in opdracht van de EFSA (Europese voedsel en waren autoriteit) RIKILT-Wageningen, het Spaanse IRTA en het Duitse BfR onderzoek naar de PA’s in voedsel.
Grote doseringen PA’s werden onder meer aangetroffen in honing, kruidenthee, melk en salades. In rundvlees werden geen PA’s aangetroffen.
Bij het onderzoek werd gebruikgemaakt van voedselstalen uit supermarkten. Er werd onder meer getest op vlees, eieren, melk, thee, groenten, honing etc. afkomstig uit de reguliere landbouw, pluimvee- veeteelt.
Volgens BfR blijft het een belangrijke taak van de landbouwers om het risico te minimaliseren dat hun dieren de toxische PA's via kruiskruiden zullen opnemen.
Noot:
Er is bij het EFSA-onderzoek geen onderzoek gedaan naar vlees-en zuivelproducten van vee dat gevoed is met hooi of kuilvoer afkomstig uit-, of is ingeschaard geweest in natuur-of begrazingsgebieden. Dit geldt ook voor honing afkomstig uit zulke gebieden.
Eten uit de natuur:
Het voedingscentrum stelt dat de kans klein is dat je via een gevarieerde voeding grote hoeveelheden pyrrolizidine alkaloïden binnenkrijgt die tot gezondheidsproblemen leiden. Eenzijdige voeding waarbij veel producten worden gegeten of gedronken die PA’s kunnen bevatten (bijvoorbeeld het dagelijks drinken van veel kruidenthee of innemen van kruidenpreparaten en honing) verhoogt het risico op een te hoge blootstelling. Een gevarieerde voeding is dus belangrijk om het risico op inname van te veel PA’s te verkleinen.
Echter daar schuilt nu juist een groot risico voor mensen die heel bewust en gevarieerd willen eten.
De wens van veel mensen om bewuster en gezonder om te gaan met voeding laat een trend zien om meer te eten uit wat de natuur biedt.
Zo zijn er allerhande pluktuinen, waar men zelf zijn fruit of groente kan verzamelen. Ook clinics waarbij boswachters met je op pad gaan om allerlei eetbaars uit de natuur te leren kennen zijn booming.
Gelijke tred houdt daarbij de groeiende vraag naar zogenoemd ‘natuurvlees of wildernisvlees’. Een ware hype waar natuurorganisaties met graagte op in spelen. Zo richtte in 2013 Staatsbos samen met de Bosgroep en Omnivoor de Natuurvlees Coöperatie Nederland (NCN) op. Ook de natuurorganisatie Foundation for Restoring European Ecosystems (FreeNature) en tal van andere natuurorganisaties hebben verkooppunten of webwinkel voor de verkoop van natuurvlees.
Nu we gezien hebben dat JKK in meer of mindere mate wel door dieren gegeten wordt, kan consumptie van ‘natuurvlees’ dus extra risico’s voor de volksgezondheid met zich mee brengen. Uit een onderzoek is gebleken dat overdracht van pyrrolizidine-alkaloïden door het eten van met JKK vervuild voer kan leiden tot PA-niveaus in eieren, zuivel en vlees die schadelijk zijn voor consumenten. Van schapen die geweid worden in gebieden met JKK zou bekend zijn dat hun lever grote waarden aan PA's bevatten.
Het is dus zaak extra voorzichtig te zijn met vlees van in begrazingsgebieden ingeschaard vee van reguliere veehouders, maar mogelijk ook voor het vlees van wild. Wild staat immers bij steeds meer mensen op het menu.
Runderen, paarden etc. die geweid worden in begrazingsgebieden, zullen naar waarschijnlijkheid grotere hoeveelheden PA’s in hun lichaam hebben dan dieren die op stal gehouden worden en gecontroleerd voedsel krijgen. Daar het niet om kleine hoeveelheden gaat, blijkt uit het feit dat ca 6000 boeren vee inscharen in natuurgebieden, waarvan zo’n 100.000 stuks runderen zijn. Over de aantallen schapen, geiten, paarden of waterbuffels zijn geen gegevens bekend.
Bestrijding en regelgeving Jacobskruiskruid:
Er zijn landen wordt de aanpak van het Sint Jacobskruiskruid voortvarend aangepakt wordt.
In Duitsland is dat in het overgrote deel wel het geval. In Engeland zijn grondeigenaren verplicht JKK te bestrijden en verspreiding te voorkomen. Blijft men in gebreke dan kan men zelfs rekenen op een boete van maar liefst £ 5000,00 of 2 jaar gevangenisstraf.
Helaas is dat in Nederland geenszins het geval.
In een artikel in Trouw uit 2004 lezen we al over de probleemplant en dat de Nederlandse overheid er niets aan wenste te doen omdat het probleem na 1,5 jaar zichzelf wel zou hebben opgelost!
Citaat uit Trouw:
“LTO Nederland wil in Nederland ook zo'n 'verdelgingsplicht'. ,,Er is geen kans op zo'n wettelijke regeling in Nederland'', reageert een woordvoerder van het ministerie van landbouw. ,,Wij laten het aan de terreinbeheerders over of ze de plant willen bestrijden. Het probleem is niet ernstig genoeg voor een wettelijke regeling. Bovendien zorgt de toename van het kruid ook voor een toename van het aantal sint-jacobsvlinders. De rupsen zijn dol op de plant, dus waarschijnlijk is het probleem over 1,5 jaar de wereld uit.''
We zijn nu inmiddels 14 jaar verder en we weten inmiddels dat het plantje noch de rupsen van de Jacobsvlinder het probleem ooit zullen oplossen. Het wordt dus hoogtijd voor een daadkrachtig ingrijpen van de Nederlandse overheid.
Een actief bestrijdingsbeleid wordt wel gevoerd in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Tsjechië. Ook in Australië, USA, Canada en Nieuw Zeeland waar JKK invasief is, is de bestrijding intensief. In sommige van deze landen heeft men gekozen voor bestrijding van JK door maaien in combinatie met voorlichting en een verplichting voor landeigenaren om de plant te bestrijden.
Ongenuanceerde argumenten, gevaarlijke beweringen en onwaarheden die vaak gebezigd worden ten gunste van JKK:
Op een aantal websites waaronder die van natuurorganisaties en aanhangers van Jacobskruiskruid zijn we beweringen tegengekomen die totaal ongenuanceerd zijn en zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Hieronder staan aantal weerleggingen op de gedane beweringen.
*Bewering dat Jacobskruiskruid in verse vorm niet gegeten wordt, wordt door diverse bronnen ontkracht:
Natuurorganisaties houden voet bij stuk dat vers JKK niet wordt opgegeten doordat het een bittere smaak heeft. Het kruid vormt volgens hun dan ook geen enkele bedreiging voor grazers. Zie hierboven: Giftige stof: Ondanks bittere smaak, toch ook vers gegeten.
*Bewering dat Zebrarupsen van de Jacobsvlinder verspreiding van JKK in toom houdt
is een fabel:
Gebiedsbeheerder vertellen maar wat graag dat Jacobskruiskruid in toom gehouden zal worden door de Jacobsvlinder. Omdat deze soort in het rupsenstadium niets anders eet dan JKK. Deze dankzij het gif in de plant, door en door giftige rupsen vreten met gemak hele planten kaal, waardoor deze het loodje leggen.
Niets is minder waar, want er is geen diersoort, die zijn enige bron van voedsel en voortbestaan om zeep zal helpen. Zolang er steeds meer Jacobsvlinders komen, gaat het dus meer dan goed met het Jacobskruiskruid.
*Bewering dat afgestorven plantenresten JKK geen gif bevatten, is niet onderzocht:
Er wordt door boswachters beweerd dat afgestorven plantedelen van JKK niet giftig zouden zijn, omdat de gifstoffen in de herfst zouden worden opgeslagen in de wortels.
Dit is echter een foutieve interpretatie van een onderzoek van het Louis Bolk Instituut uit 2009.
In een nieuwsartikel op de website van LBI staat vermeld: “ Uit de resultaten blijkt dat van nature afgestorven Jacobskruiskruid in het volgende voorjaar géén giftige stoffen meer bevat. Dit is een verrassende uitkomst omdat gemaaid gedroogd materiaal wél zijn giftigheid behoudt. Mogelijk verdwijnen de gifstoffen bij natuurlijke afrijping van de plant, of worden de gifstoffen in de natuurlijk afgestorven stengels tijdens de winter afgebroken”.
Het terugtrekken van gifstoffen naar de wortels lijkt nutteloos en onlogisch daar de plant na de bloei afsterft. Wortelreserves hebben dan geen enkel nut of doel.
Het is dus waarschijnlijk dat de afgestorven plantenresten in eerste instantie nog wel giftig zijn en dat deze pas in de loop van de winter afneemt. Het eten van deze resten zou dus naarmate de winter verstrijkt pas minder risico opleveren.
*Bewering dat Jacobskruiskruid zichzelf na enkele jaren om zeep helpt, is maar beperkt waar:
Gebiedsbeheerders willen nogal eens beweren dat door de aanwezigheid van JKK de samenstelling van de bodem zodanig wijzigt, dat de plant na een aantal jaren door autotoxiteit in de bodem zal afsterven. In laboratoriumonderzoek is dit onder bepaalde omstandigheden aangetoond. Dus wellicht is dat onder natuurlijke omstandigheden soms ook. Echter voordat dit gebeurt heeft ieder JKK-plantje uit voorzorg goed voor het nageslacht zorggedragen. Een enkele plant produceert met gemak meer dan 150.000 zaden. Een plantensoort roeit zichzelf natuurlijk nooit uit, hooguit verschuift het probleem zich enigszins. De overvloedige verspreiding die al 3 decennia toeneemt doorheen heel Europa weerlegt deze bewering als geen ander.
*Bewering dat Jacobskruiskruid niet wordt opgenomen door de huid, is ronduit levensgevaarlijk:
Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar het opnemen van PA’s door de huid.
Veel websites, ook van overheden in Duitsland en Engeland raden ten sterkste aan handschoen, beschermende kleding en maskers te dragen bij handmatige bestrijding van JKK. Bewust aangeven, zoals sommige websites, dat het dragen van handschoenen absoluut niet nodig is, is ronduit uit den boze, zolang onderzoeken verschillende resultaten laten zien.
Gevaarlijke verdraaiing van informatie via enkele websites:
Op het internet zijn een aantal Europese Pro-Jacobskruiskruid websites te vinden die zich beroepen op een grote kennis, rapporten en geraadpleegde literatuur. Daar is op zich niets mis mee. Echter onder de noemer ‘Feiten & Fabels’ wordt feiten en antwoorden op vragen soms zodanig suggestief neergezet dat wanneer men niet zorgvuldig genoeg lees JKK bijvoorbeeld NIET giftig zou zijn of NIET gegeten zou worden. Opname van PA’s door de huid zou niet aangetoond zijn. Het dragen van beschermende handschoenen zou derhalve niet nodig zijn. Het zijn gevaarlijke beweringen die mogelijk gezondheidsrisico’s tot gevolg kunnen hebben.
Het is dus zaak de informatie op deze websites met de nodige scepsis te beschouwen.
Persoonlijke noot:
In 2005 heeft mijn toenmalige buurman, gedurende 2 dagen handmatig in bloei staand Jacobskruiskruid uit een paardenwei van een kennis verwijderd.
Toen ik hem aan het einde van de 2de dag tegenkwam liet hij grijzend zijn groende handen en onderarmen zien en zei “Och wat een klus, misschien had ik toch maar beter handschoenen gedragen”.
Twee jaar later was hij dood. Gestorven aan kanker aan de longen en lever.
Een gezonde, vitale 70 jarige man, die plotsklaps ernstig vermoeidheidsverschijnselen kreeg, ziek werd en stierf.
De vraag heeft meteen vanaf het begin steeds opgespeeld of JKK hier mogelijk de oorzaak van was.
Geraadpleegde websites en andere bronnen:
Deutscher Verband für Landschaftspflege (DVL) e.V.
Bundesinstitut für Risikobewertung
RIKILT/WUR
RIVM
NVWA
Agris
GOV.uk
Daily Mail
World Horse Welfare
Friends of the Earth Trust
Vereniging Het Edelhert
De Vlinderstichting
jakobskruiskruid.com
ragwortfacts.com
Department for Environment Food & Rural Affairs
Stiftung Naturschutz Schleswig-Holstein
Herba Sanitas
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Staatsbosbeheer
Natuurmonumenten
Louis Bolk Instituut
Levende Have
Vleesplus
Stad en Land Dierenklinieken
De Ezelviend
Giftige bloemen en planten/Marcel de Cleene
Het bijenlint
The POISON GARDEN
PaardenPunt Vlaanderen
HippoTV
edepot.wur.nl/112223
Stichting Welzijn Grote Grazers
en nog diverse anderen
Bron Ruiteren & Mennen