R&M 19 januari 2016

Paarden hadden ooit een schutkleur.
Door fokkerij is dit zogeheten ''Dun-patroon'' bij de meeste paarden verloren gegaan. Een internationaal onderzoeksteam van Zweedse en Amerikaanse wetenschappers heeft ontdekt welke gen verantwoordelijk is voor de oorspronkelijke schutkleur.

Een lichte kleur haar maakt paarden in het wild minder zichtbaar. Er bestaan nog wel ''Dun-paarden'', ook wel paarden met een wildkleur genoemd, en die zijn vooral te herkennen aan een overwegend lichte vacht en een donkere streep over hun rug en zebra-achtige strepen op hun benen. De pigmentering doet zich dus alleen maar op bepaalde plekken van het lichaam voor.

De widkleur wordt verzoorzaakt door een enkel gen, T-box 3 (TBX3). Deze TBX3 is ook actief bij de ontwikkeling van botten.  Uit onderzoek van het DNA van een paard dat 43.000 jaar geleden leefde, blijkt dat dit dier zowel "Dun genen'' als ''non-Dun genen'' bij zich droeg. Nader onderzoek moet uitwijzen hoe het Dun-gen bij veel paarden verloren is gegaan. Primitieve rassen als de Konik en de Sorraia vertonen nog altijd de wildkleur.  Ook Tarpans hadden een wildkleur, evenals przewalskipaarden en verschillende ezelrassen. Bij het Fjordenpaard is de wildkleur een vereiste. Bij verschillende andere rassen en stamboeken is de wildkleur eveneens toegestaan, zoals bij de Highland pony en de IJslander.

Bron: Science Daily